Inhoudsopgave
Hoe bewegen de moleculen in een vaste stof?
Als de temperatuur van een stof hoger wordt, zullen de moleculen sneller gaan bewegen. Dit geldt zowel voor moleculen in een vaste stof, in een vloeistof, als ook in een gas. In een vaste stof gaan ze dan sneller rond de evenwichtsstand trillen. Ook in een vloeistof bewegen moleculen sneller kriskras door elkaar.
Welke eigenschap van moleculen zorgt ervoor dat een vloeistof een vast volume heeft?
Cohesie en adhesie Het zijn precies deze krachten die het karakter van een vloeistof bepalen, omdat ze de onderlinge afstand tussen de moleculen klein houden waardoor het volume van de vloeistof niet spontaan uitdijt en slechts in geringe mate afhangt van de druk.
Wat bevindt zich tussen de moleculen in een gas?
In een gas hebben de moleculen van een stof zoveel warmte opgenomen dat ze los van elkaar gaan bewegen en zich verspreiden in de ruimte die ze tot hun beschikking hebben. In dit opzicht onderscheiden gassen zich van vloeistoffen en vaste stoffen, waarbij de deeltjes veel dichter op elkaar zitten.
Wat zijn vaste stoffen?
In vaste stoffen zijn moleculen (atomen) stevig aan elkaar gebonden, de stof is vast. In vloeistoffen zijn de bindingen tussen atomen of moleculen losser, zodat ze makkelijker kunnen bewegen. In gassen zijn de bindingen zeer zwak en kunnen de atomen of moleculen in alle richtingen bewegen.
Wat is de toestand van de stof?
Een stof kan voorkomen in 3 fasen (of toestanden): Gas, vloeistof en vast. Er worden afkortingen gebruikt voor de verschillende stoffen. Een vaste toestand geef je aan met (s), van het Engelse solid. De vloeibare toestand geef je aan met (l), van het Engelse liquid. De gasvormige toestand geef je aan met een (g).
Welke onderdelen van het menselijk lichaam zijn vaste stof?
Sommige onderdelen van het menselijk lichaam zijn geheel vaste stof, met name kalk in botweefsel. Bloed is ‘ vloeibaar weefsel’: vaste deeltjes (bloedcellen) die zich in suspensie in het bloedplasma bevinden.
Wat is de massa van een molecuul?
De massa van een molecuul, of molecuulmassa, is gelijk aan de gezamenlijke massa van de atomen waaruit het molecuul bestaat. De molecuulmassa wordt uitgedrukt in atomaire massaeenheden (weergegeven als u (unit)). Uitgedrukt in kilogram is dat: 1 u ≈ 1,6605402 × 10 −27 kg.
In vaste stoffen zijn moleculen (atomen) stevig aan elkaar gebonden, de stof is vast. In vloeistoffen zijn de bindingen tussen atomen of moleculen losser, zodat ze makkelijker kunnen bewegen. In gassen zijn de bindingen zeer zwak en kunnen de atomen of moleculen in alle richtingen bewegen.
Een stof kan voorkomen in 3 fasen (of toestanden): Gas, vloeistof en vast. Er worden afkortingen gebruikt voor de verschillende stoffen. Een vaste toestand geef je aan met (s), van het Engelse solid. De vloeibare toestand geef je aan met (l), van het Engelse liquid. De gasvormige toestand geef je aan met een (g).
Sommige onderdelen van het menselijk lichaam zijn geheel vaste stof, met name kalk in botweefsel. Bloed is ‘ vloeibaar weefsel’: vaste deeltjes (bloedcellen) die zich in suspensie in het bloedplasma bevinden.
De massa van een molecuul, of molecuulmassa, is gelijk aan de gezamenlijke massa van de atomen waaruit het molecuul bestaat. De molecuulmassa wordt uitgedrukt in atomaire massaeenheden (weergegeven als u (unit)). Uitgedrukt in kilogram is dat: 1 u ≈ 1,6605402 × 10 −27 kg.
De moleculen bewegen sneller bij hogere temperatuur Als de temperatuur van een stof hoger wordt, zullen de moleculen sneller gaan bewegen. Dit geldt zowel voor moleculen in een vaste stof, in een vloeistof, als ook in een gas. In een vaste stof gaan ze dan sneller rond de evenwichtsstand trillen.
Welke eigenschappen hebben de moleculen volgens het Deeltjesmodel?
Zes regels en eigenschappen van moleculen vormen het deeltjesmodel.
- Moleculen zijn heel erg klein. Moleculen zijn enorm klein.
- Elke stof heeft zijn eigen moleculen. Elke stof heeft zijn eigen moleculen.
- Tussen moleculen zit lege ruimte (geen lucht).
- Moleculen bewegen.
- Moleculen trekken elkaar aan.
Wat zijn de vijf kenmerken van het vereenvoudigde Deeltjesmodel voor moleculaire stoffen?
Deeltjesmodel voorbeeld:
- iedere stif is opgebouwd uit hele kleine deeltjes; moleculen.
- iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen.
- moleculen bewegen voortdurend, de snelheid hangt af van de tempratuur.
- moleculen trekken elkaar aan; aantrekkingskracht.
Wat zijn de eigenschappen van moleculen?
– moleculen zijn enorm klein. – elke stof heeft zijn eigen moleculen . – tussen moleculen zit lege ruimte (geen lucht). – moleculen bewegen sneller als de temperatuur hoger is.
Wat zijn de 5 belangrijkste kenmerken van het Deeltjesmodel?
3. Het deeltjesmodel
- Iedere stof bestaat uit zijn eigen kleine deeltjes (moleculen).
- Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen (bijvoorbeeld watermolecuul is anders dan suikermolecuul).
- Moleculen bewegen voortdurend. De snelheid van het bewegen hangt af van de temperatuur.
- Moleculen trekken elkaar aan.
Wat zijn de 4 regels van het Deeltjesmodel?
Slide 4 – Tekstslide vaste fase: moleculen zitten op een vaste plek, ze trillen. De afstand tussen moleculen is klein en de aantrekkingskracht groot. vloeistof: de moleculen bewegen langs elkaar heen, de afstand tussen de molculen is groter. De aantrekkingskracht is zo groot dat de moleculen bij elkaar blijven.