Welke van de volgende nucleotiden is wel in RNA maar niet in het DNA terug te vinden?
Ten eerste bevatten de nucleotiden in RNA een ribose-suikergroep, in tegenstelling tot de deoxyribose-suikergroep in DNA. Daarnaast bevat RNA wel de nucleotiden A, C en G, maar geen thymine (T). In plaats daarvan vind je in RNA de nucleotide uracil (U).
Welke Stikstofbase komt niet voor in RNA?
In organismen is RNA doorgaans enkelstrengs, en bestaat uit een veel kortere keten van nucleotiden. RNA bevat de stikstofbase uracil (U) in plaats van thymine (T) bij DNA. Uracil is een niet-gemethyleerde vorm van thymine. Tegenover uracil en thymine ligt de base adenine.
Waaruit is een DNA opgebouwd?
DNA bestaat namelijk uit nucleïnezuren. Een nucleïnezuur is opgebouwd uit verschillende nucleotiden. Een nucleotide is weer opgebouwd uit een suikergroep, namelijk desoxyribose, een fosfaatgroep en een stikstofbase. DNA heeft vier verschillende stikstofbasen: cytosine (C), guanine (G), adenine (A) en thymine (T).
Hoe noem je een invloed die een plotselinge verandering in het genotype kan veroorzaken?
In het DNA kunnen veranderingen optreden. Zo’n verandering heet een mutatie. Hierdoor is de code van een gen veranderd. En kan de eigenschap of functie van het gen toenemen, afnemen of zelfs helemaal niet meer werken.
Hoe ontstaat er een genotype?
Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel v.e organisme uit tot een nieuw organisme. – Groei vindt plaats door gewone celdeling (mitose). Hierbij hebben de dochtercellen hetzelfde genotype als de moedercel, ze zijn genetisch identiek.
Het lijkt erg op DNA, maar er zijn wel verschillen. Ten eerste bevatten de nucleotiden in RNA een ribose-suikergroep, in tegenstelling tot de deoxyribose-suikergroep in DNA. Daarnaast bevat RNA wel de nucleotiden A, C en G, maar geen thymine (T). In plaats daarvan vind je in RNA de nucleotide uracil (U).