Hoe gebruik je tegenwoordige tijd?

Hoe gebruik je tegenwoordige tijd?

De tegenwoordige tijd wordt vaak gebruikt om een situatie in ‘het nu’ te beschrijven. (1) Irene werkt vandaag in Delft. (2) Het is een bewolkte dag. Maar de tegenwoordige tijd heeft ook andere functies.

Wat is de tegenwoordige tijd van worden?

11.2 Tegenwoordige tijd

werken worden
jij werkt, u werkt, werkt u stam+t jij wordt, u wordt, wordt u
werk jij stam word jij
hij, zij, het werkt stam+t hij, zij, het wordt
wij, jullie, zij werken stam+en wij, jullie, zij worden

Wat is het verschil tussen onvoltooide en voltooide tijd?

De voltooide en onvoltooide tijd geven aan of een handeling al af is (voltooide tijd) of nog bezig is (onvoltooide tijd). Een werkwoord kan aangeven of iets nu of toen gebeurde, de tegenwoordige en verleden tijd.

Wat is de afkorting Van tegenwoordige tijd?

De voltooide tegenwoordige tijd (vtt)

Hoe moet je werkwoorden vervoegen?

Je gaat bij het vervoegen uit van de stam = werkwoord -en, uitgaand van de Nederlandse spellingsregels enkelvoud/meervoud (zie tabel). De ik-vorm wordt niet vervoegd met een extra ’t’. Voorbeelden: ik onderneem, ik word, ik verbrand. De je-/jij-, u-, hij-, zij- en het-vorm vervoeg je met een ’t’ achter de stam.

Hoe vervoeg je werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Indien je deze toch wilt gebruiken gelden de volgende regels: In de tegenwoordige tijd vervoeg je het werkwoord zoals bij “u”, dus stam + ’t’. Bijvoorbeeld: “Gij wordt” en “Wordt gij?” In de verleden tijd vervoeg je het werkwoord ook zoals bij “u”, maar schrijf je er nog een ’t’ achter.

Welke tijd is wordt?

de onvoltooid tegenwoordige tijd: hij wordt geholpen; de onvoltooid verleden tijd: hij werd geholpen; de voltooid tegenwoordige tijd: hij is geholpen; de voltooid verleden tijd: hij was geholpen.

Wat is de ik-vorm van worden?

worden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van worden
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) word wordt
verleden (o.v.t.) werd werd
toekomend (o.t.t.t.) zal worden zult/zal worden

Wat is Ott en VTT?

Er zijn, zoals bekend is, heel wat mogelijkheden om de diverse tijden te benoemen: hij doet het (o.t.t.); hij deed het (o.v.t.); hij heeft het gedaan (v.t.t.); hij had het gedaan (v.v.t.); hij zal het doen (o.t.t.t.); hij zou het doen (o.v.t.t.); hij zal het gedaan hebben (v.t.t.t.); hij zou het gedaan hebben (v.v.t.t. …

Wat is een vervoeging van een werkwoord?

Bij de vervoeging wordt een tijd (tegenwoordig of verleden, voltooid of onvoltooid), een persoon (eerste, tweede, derde) en een getal (enkelvoud of meervoud) toegekend aan het werkwoord.

Gerelateerde berichten