Hoe gaat het met hen?
Voor een lijdend voorwerp gebruiken we hen. In dat geval kan hen niet vervangen worden door een combinatie met een voorzetsel. Voor een meewerkend voorwerp is hun het correcte voornaamwoord.
Kan hen als onderwerp?
Na een voorzetsel en in de functie van lijdend voorwerp dient men volgens de officiële regels hen te gebruiken. In de informele spreektaal is hun daarentegen vaak meer in het algemeen de voorwerpsvorm – het hen/hun-onderscheid leeft hier nagenoeg niet – naast de recenter opgekomen vorm voor het onderwerp.
Wat hun hen betreft?
De minister diende hen van repliek. Wat hen betreft, gaat de zaak gewoon door. Gebruik hun als meewerkend voorwerp, zonder voorzetsel. De actievoerder overhandigde hun de handtekeningen.
Wat leuk voor hun of hen?
Een richtlijn is: je schrijft hun, als je het woord kunt vervangen door een voorzetsel + hen: ‘aan hen’, ‘voor hen’, ‘volgens hen’, ‘bij hen’. Maar helaas betekent niet elk voorzetsel dat het meewerkend voorwerp is. Je schrijft ‘hun’ bij een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel.
Je gebruikt hun als een meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geef hun nog een kans. Je gebruikt hen als een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geloof hen. Als je twijfelt, kun je in beide gevallen hun en hen vervangen door ze.
Hebben beziggehouden?
be·zig·hou·den (hield bezig, heeft beziggehouden) 1iets te doen geven: iem. aangenaam bezighouden vermaken; de gemoederen bezighouden een belangrijk onderwerp van gesprek zijn2zich bezighouden bezig zijn met; waar hou jij je tegenwoordig mee bezig?
Is het van hun of van hen?
Gebruik hun als het een meewerkend, belanghebbend of bezittend voorwerp zonder voorzetsel, of een ondervindend voorwerp is. Gebruik hen als het een lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp is. Gebruik hen na een voorzetsel, welke grammaticale functie het ook heeft.