Wat is de stam van het werkwoord doen?
De stam van werkwoorden als doen, gaan, staan, slaan, zien (en samengestelde of afgeleide werkwoorden als uitdoen, begaan) vinden we door alleen de n weg te laten. gaan — (stam) ga. zien — (stam) zie. De stam van het werkwoord komen is kom. De stam van het werkwoord douchen is douch. We schrijven daarom ik douch, ik douchte, ik heb gedoucht.
Wat vind je van de werkwoordstam?
Tegenwoordige tijd – De stam +t (stamregel 1 – stam eindigt op d) [2] De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord en af te halen. Wat je overhoudt, is de werkwoordstam of ook wel de stam .
Kan de stam van het werkwoord eindigen op D?
Een werkwoord in de tegenwoordige tijd kan alleen op een d eindigen, als de stam van het werkwoord op een d eindigt. worden – word, vinden – vind, branden – brand… Kijk maar eens naar het werkwoord ‘worden’. jij, je, u, hij, zij, het wordt
Wat is een stam in de taalkunde?
In de taalkunde is een stam een woordvorm die de basis is voor alle door middel van flexie, samenstelling en afleiding daaruit gevormde woorden. Veelal is de stam het deel van een woord dat overblijft wanneer men de buigingsuitgangen weghaalt, zij het dat nog met spelling (s)regels rekening gehouden moet worden, zoals hieronder uiteengezet.
de stam van staan (en bestaan, weerstaan, enz.) is sta; de stam van zien (en herzien, omzien, enz.) is zie; de stam van doen (en omdoen, uitdoen, enz.) is doe.
Is het doe of doet?
Nederlands
vervoeging van de bedrijvende vorm van doen | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | |
ik | u | |
tegenwoordig (o.t.t.) | doe | doet |
verleden (o.v.t.) | deed | deed |
De stam van werkwoorden als doen, gaan, staan, slaan, zien (en samengestelde of afgeleide werkwoorden als uitdoen, begaan) vinden we door alleen de n weg te laten. gaan — (stam) ga. zien — (stam) zie. De stam van het werkwoord komen is kom. De stam van het werkwoord douchen is douch. We schrijven daarom ik douch, ik douchte, ik heb gedoucht.
Tegenwoordige tijd – De stam +t (stamregel 1 – stam eindigt op d) [2] De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord en af te halen. Wat je overhoudt, is de werkwoordstam of ook wel de stam .
Een werkwoord in de tegenwoordige tijd kan alleen op een d eindigen, als de stam van het werkwoord op een d eindigt. worden – word, vinden – vind, branden – brand… Kijk maar eens naar het werkwoord ‘worden’. jij, je, u, hij, zij, het wordt
In de taalkunde is een stam een woordvorm die de basis is voor alle door middel van flexie, samenstelling en afleiding daaruit gevormde woorden. Veelal is de stam het deel van een woord dat overblijft wanneer men de buigingsuitgangen weghaalt, zij het dat nog met spelling (s)regels rekening gehouden moet worden, zoals hieronder uiteengezet.
Wat is een D aan de stam toegevoegd?
In de tegenwoordige tijd wordt nooit een d aan de stam toegevoegd. Zinnen als ‘Zij wijzigd straks de tarieven’ en ‘Hij veranderd morgen de code’ zijn dus fout. Het moet zijn: ‘Zij wijzigt straks de tarieven’ en ‘Hij verandert morgen de code’ (weer: stam + t). Let niet op de verleden tijd van wijzigen en veranderen; de d in de