Welke activiteit wordt geleid door het somatisch zenuwstelsel?
Het somatisch zenuwstelsel dient voor bewuste waarneming, willekeurige bewegingen en verwerking van opgenomen informatie (integratie). Hier zijn zintuigen en skeletspieren bij betrokken. Door het somatische zenuwstelsel worden houding en beweging van het lichaam geregeld.
Wat wordt bedoeld met het animale zenuwstelsel?
Het animale zenuwstelsel bestaat uit 2 delen, het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het ruggenmerg geleidt de signalen vanuit de hersenen naar het perifere zenuwstelsel en de signalen uit het perifere zenuwstelsel naar de hersenen.
Waar bevinden zich de steuncellen?
vindt ze terug in de ganglia van het perifere zenuwstelsel. Ze vormen een laag van kubische cellen rondom de neuronale cellichamen en creëren zo een specifieke micro-omgeving rondom de neuronen. Ze zijn de stamcellen van skeletspierweefsel, ze kunnen zich onder andere delen en ontwikkelen tot nieuwe spiercelkernen.
Wat doet het somatische zenuwstelsel?
Het somatisch stelsel is betrokken bij het deel van het zenuwstelsel waar we wel controle over hebben. Dit gedeelte stuurt de spieren aan en zorgt er bijvoorbeeld voor dat we kunnen bewegen en praten.
Wat is vegetatieve ontregeling?
Vegetatieve stoornissen ofwel dysautonomie zijn stoornissen van het autonoom zenuwstelsel. Het autonoom zenuwstelsel is dat deel van het zenuwstelsel dat de onwillekeurig (dus buiten de wil om) functionerende organen aanstuurt, zoals die van de spijsvertering, de bloedsomloop, de ademhaling en de stofwisseling.
Wat is het verschil tussen neuron en steuncellen?
Je zenuwstelsel bestaat uit een centraal en perifeer zenuwstelsel en is opgebouwd uit zenuwcellen (neuronen) en steuncellen (gliacellen). Een zenuwcel heeft een roze-grijs cellichaam waar uitlopers uitsteken, een soort sliertjes.
Wat is een Neuroglia?
(G., glia = lijm), cellen die naast neuronen voorkomen in het zenuwstelsel. Daar zenuwcellen meestal niet in direct contact staan met het circulatiesysteem zijn ze voor de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen aangewezen op de gliacellen.