Inhoudsopgave
Hoe schrijf je zwemmen?
De verleden tijd van zwemmen is ‘zwom’. Het voltooid deelwoord is ‘heeft, is gezwommen’.
Is zwemmen een zelfstandig naamwoord?
Zelfstandig naamwoord (sport), zwemmen is een watersport waarbij de zwemmer zich door middel van arm- en beenbewegingen voortbeweegt in het water.
Wat is het verleden tijd van zwemmen?
zwemmen/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van zwemmen | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | lang | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | zwem | zwemmen |
| verleden (o.v.t.) | zwom | zwommen |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal zwemmen | zullen zwemmen |
Wat is het bijvoeglijk naamwoord van zwemmen?
Bijvoorbeeld: zwemmen – zwom – gezwommen, lopen – liep – gelopen.
Wat voor Woordsoort is zwembad?
Spelling en flexie
| Vorm | Afbreking | |
|---|---|---|
| Meervoud o.t.t. | zwemmen | zwem.men |
| Enkelvoud o.v.t | zwom | zwom |
| Meervoud o.v.t. | zwommen | zwom.men |
| Tegenwoordig deelwoord | zwemmend | zwem.mend |
Is zwemmen een werkwoord?
Werkwoord “zwemmen” – Nederlandse werkwoorden.
Wat is gezwommen?
zwemmen – Werkwoord 1. (sport) (inerg) zich gecoördineerd door het water voortbewegen ♢ Hij heeft altijd veel gezwommen. 2. ergatief zwemmend ergens heen gaan ♢ Hij is naar de andere kant gezwommen.
Wat is de stam van zwemmen?
| Voorbeeld: Zwemmen | ||
|---|---|---|
| jij | Verledentijdsstam | Zwom |
| Verledentijdsstam | Zwom | |
| hij/zij/het | Verledentijdsstam + en | Zwommen |
| wij/jullie/zij | Verledentijdsstam + en | Zwommen |
Hebben gezwommen?
zwemmen/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van zwemmen | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | ||
| tegenwoordig (v.t.t.) | heb/ben gezwommen | hebt/bent gezwommen |
| verleden (v.v.t.) | had gezwommen | had gezwommen |
| toekomend (v.t.t.t.) | zal gezwommen hebben | zal/zult gezwommen hebben |
Is het Gezwemt of gezwommen?
zwemmen/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van zwemmen | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | ||
| tegenwoordig (o.t.t.) | zwem | zwemt |
| verleden (o.v.t.) | zwom | zwom |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal zwemmen | zult/zal zwemmen |
