Inhoudsopgave
- 1 Waar plaats je echter in een zin?
- 2 Wat zijn grammatica fouten?
- 3 Hebben en zijn door elkaar?
- 4 Is echter formeel?
- 5 Wat is de spreektaal van Echter?
- 6 Is het door middel van of door middel van?
- 7 Waar moeten komma’s staan?
- 8 Hoeveel komma’s in een zin?
- 9 Wat komt na Echter?
- 10 Is het door hun of door hen?
- 11 Is het ok dat of als?
- 12 Hoe gebruik je dan?
Waar plaats je echter in een zin?
Echter kan gebruikt worden als eerste woord van een zin, om een tegenstelling met de vorige zin uit te drukken. Het staat dan in de zogeheten aanloop en valt buiten de eigenlijke zin. Na de komma komt altijd eerst het onderwerp en dan pas het vervoegde werkwoord.
Wat zijn grammatica fouten?
Bij taalfouten gaat het bijvoorbeeld om verkeerd gebruikte woorden, of grammaticale fouten. Voorbeelden zijn: ‘Het meisje die daar loopt, ken ik niet’ (die moet volgens veel mensen dat zijn), ‘Ze verhuist omdat ze heeft een nieuwe baan’ (verkeerde woordvolgorde), ‘Mag ik even interveniëren?
Hebben en zijn door elkaar?
Werkwoorden die geen lijdend voorwerp kunnen hebben (onovergankelijke werkwoorden), vervoeg je met zijn. Voorbeeld: ”De onderhandelingen zijn mislukt” en ”De boom is aan het groeien”.
Wat is het verschil tussen Als en dan?
Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde. De combinaties met dan drukken een ongelijkheid uit, die met als een gelijkheid. Dan wordt ook gebruikt na niets en niemand als het woord anders er niet achter staat, maar er wel bij gedacht kan worden.
Wat komt er na Echter?
Antwoord. Ja, in formele schrijftaal mag een zin beginnen met echter. Na echter staat dan een komma en volgt een zin met de volgorde onderwerp–persoonsvorm.
Is echter formeel?
Echter is formeler en afstandelijker dan maar. Dat is een goede reden om de voorkeur te geven aan maar. Een ander verschil is dat maar een voegwoord is en echter een bijwoord. Dat heeft gevolgen voor de woordvolgorde in zinnen met maar en echter.
Wat is de spreektaal van Echter?
(evenwel, intussen, nochtans, toch, niettemin).
Is het door middel van of door middel van?
Antwoord. Standaardtaal is door middel van.
Hoe gebruik je maar in een zin?
In een gesprekssituatie kan een afzonderlijke zin die ingeleid wordt door maar, een tegenstelling uitdrukken met iets wat iemand anders heeft gezegd of gedaan. – Ik dacht dat hij op blond viel. – Maar zijn nieuwe vriendin is een brunette. – Ga nu onmiddellijk naar je kamer!
Wat is grammatica voorbeeld?
Grammatica is een systeem van taalregels die je gebruikt om een goede zin te maken en om een zin te begrijpen. De regels van de grammatica helpen je de juiste vorm van een werkwoord te kiezen. Ook gebruik je deze regels om de juiste woorden te kiezen, zodat een zin betekenis krijgt.
Waar moeten komma’s staan?
Je moet altijd een komma plaatsen:
- in opsommingen;
- achter een briefaanhef;
- na een slotgroet;
- na een aanspreking;
- tussen twee bijvoeglijk naamwoorden die bij hetzelfde zelfstandig naamwoord horen.
Hoeveel komma’s in een zin?
Bij lange zinnen hoort ook een komma tussen twee persoonsvormen. Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma’s. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma’s. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma.
Wat komt na Echter?
Hoe schrijf je opsommingen?
Opsomming die uit woordgroepen of delen van zinnen bestaat De zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt. Elk onderdeel van de opsomming begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma; alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt.
Hoe heet de hoge komma?
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel (‘).
Is het door hun of door hen?
Gebruik hun als het een meewerkend, belanghebbend of bezittend voorwerp zonder voorzetsel, of een ondervindend voorwerp is. Gebruik hen als het een lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp is. Gebruik hen na een voorzetsel, welke grammaticale functie het ook heeft.
Is het ok dat of als?
Als het onzekere element door een ander woord in de zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het hulpwerkwoord zou(den), is zowel als als dat mogelijk. Beide zinnen betekenen dan hetzelfde. Zou je het goed vinden dat / als ik je een nieuwe versie bezorg? Ik zou het fijn vinden dat / als je kunt komen.
Hoe gebruik je dan?
Gebruik dan: na een vergrotende trap: groter dan, meer dan, beter dan; na ander, andere of anders: Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.