Inhoudsopgave
Waarom kronkelen rivieren?
Maar waarom eigenlijk? Het kronkelen is een zichzelf versterkend proces. Als de eerste, flauwe bocht er eenmaal is, wordt deze vanzelf groter en ontstaan er bovendien nieuwe bochten verderop in de rivier. Een kleine verstoring in de rivierloop kan dus al een kronkelende rivier veroorzaken.
Waar ontspringen rivieren?
Een moeras of een meer kan zo vol raken met regenwater dat er een rivier uit ontstaat. Rivieren kunnen ook ontstaan uit gletsjers. Als sneeuw hoog in de bergen op elkaar geperst wordt tot ijs, krijg je een gletsjer. Als het onderste deel van de gletsjer smelt, kan het een rivier worden.
Hoe ontstaat een bergrivier?
Sneeuw en gletjers glijden van een berg. Deze smelt onderweg. Dit smeltwater vormt het begin van een bergrivier. Onderweg naar een zee komt hier nog meer water bij, al het regenwater bijvoorbeeld.
Waardoor zijn rivieren in de benedenloop vaak dieper dan in de bovenloop?
Vanwege het sterke verval en de hoge stroomsnelheid vindt hier vooral erosie in de diepte plaats: de rivier snijdt zich in het reliëf in. Het gevolg is dat hier diepe dalen met steile wanden ontstaan. Op plekken waar de stroomsnelheid iets vermindert kan ook zijwaartse erosie optreden en ontstaan V-vormige dalen.
Waar begint de rivier de Maas?
Plateau de LangresMaas / Bron
Welke rivier ontspringt in Nederland?
Rijn | |
---|---|
Bron | Alpen |
Monding | Noordzee (hoofdstroom) |
Stroomt door | Zwitserland Liechtenstein Oostenrijk Duitsland Frankrijk Nederland |
Nederrijn bij Arnhem |
Hoe ontstaat nieuw land door sedimentatie?
Naast water in de rivier kunnen ook smeltend ijs en wind puin meenemen. Zodra de stroomsnelheid lager wordt, kan het puin naar de bodem zakken en daar gaan ophopen. Gebeurt dit lang genoeg, dan ontstaan er heel veel verschillende lagen en door de druk van deze laagjes kunnen sedimentgesteentes ontstaan.
Hoe noem je een uitgegraven rivier?
Verval: het absolute hoogteverschil tussen twee plaatsen in een rivier. Zelling: een ondiep stuk grond langs een rivier. Zijrivier: een rivier die water aanvoert naar en uitmondt in een hoofdrivier.
Welke kenmerken hebben de rivieren in de benedenloop?
Kenmerkend voor de benedenloop is het kleine verhang (kleiner dan 0,1 m/km) en de monding in zee. Veel sediment dat door de rivier is meegenomen wordt hier neergelegd. Vaak splitst een rivier zich in de benedenloop in meerdere takken, en vormt zo een delta. De tegenhanger van de benedenloop is de bovenloop.
Welke kenmerken horen bij de bovenloop van een rivier?
De bovenloop van een rivier is vanaf de bron gezien het eerste deel van een rivier. Het is het deel waar kleine beken samenstromen tot een grote rivier. Het verhang kan van plaats tot plaats zeer verschillen, maar is meestal groter dan 1 m per km. Door dit grote verhang zal de rivier snel stromen.