Wat als je kind geen vrienden heeft?

Sommige kinderen hebben moeite met vriendjes maken omdat ze verlegen of onzeker zijn. Maar het kan ook zijn dat je kind té aanwezig en bazig is. Als dat laatste het geval is, bespreek dit dan met je kind, leer je kind doseren en in te zien dat andere kinderen het niet leuk vinden als iemand te bazig is.

Hoe maak je vrienden puber?

Jongeren bepalen zelf met wie ze vriendschap willen sluiten. Ze leren hun vrienden bijvoorbeeld kennen op school, in het buurthuis, bij het jeugdhonk of op de sportvereniging.

Hoe reageer je op een puber?

Omgaan met pubers

• Stel neutrale vragen. Neutraal betekent geïnteresseerd, niet koud of afstandelijk.
• Creëer een veilige haven.
• Toon oprechte belangstelling.
• Durf emotioneel te zijn.
• Stel grenzen.
• Accepteer dat je kind je niet alles vertelt.
• Complimentjes en humor.

Hoe Omgaa met een puber?

Hoe ga je om met je eigenwijze puber?

1. Luister naar je puber. In plaats van meteen zeggen wat ze moeten doen, kun je pubers beter zelf laten bedenken wat ze kunnen doen.
2. Leg uit waarom je iets wilt.
3. Onderhandel samen over regels.
4. Laat pubers zelf de gevolgen van hun gedrag ontdekken.
5. Beloon je puber.

Sommige jongeren hebben moeite met het maken van vrienden. Een plaag of pestverleden kan hebben geleid tot verlegenheid bij deze jongeren. Ook kunnen ze te maken hebben gehad met een verandering in hun leven. Een verhuizing of een nieuwe school kan voor veel opschudding zorgen in het sociale leven van jongeren.

Wat moet je doen om populair te worden?

Hoe word je populair?

1. Populariteit en zelfvertrouwen. Populaire mensen hebben meestal veel zelfvertrouwen.
2. Verzorg jezelf.
3. Risico’s nemen.
4. Wees geïnteresseerd in anderen.
5. Wees jezelf.
6. Creëer je eigen stijl.
7. Wees sociaal actief.
8. Wees positief.

Hoe kan ik mijn kind helpen met school?

8 tips om je kind te helpen met school

• Overvraag nooit. Overvragen is killing.
• Verpak oefenen in spelletjes. Heeft je kind moeite met de tafels?
• Vraag regelmatig hoe het gaat. Ga niet voorbij aan je kind.
• Geef je kind de regie.
• Houd ontwikkelingen bij.
• Stel de “wondervraag”
• Leg de focus positief.
• Geef het goede voorbeeld.