Inhoudsopgave
Wat voor nut heeft wiskunde?
Bij wiskunde leer je problemen oplossen. Je krijgt ontelbaar veel wiskundige vraagstukken in je schoolcarrière. Al deze ‘problemen’ los je op door iedere keer een bepaalde aanpak te gebruiken. Meestal bestaat die aanpak uit een aantal vragen die je jezelf stelt.
Wiskunde is de taal van de getallen Zo werken we bij wiskunde niet alleen met getallen, maar ook met letters zodat we formules (en vergelijkingen) kunnen maken. Met deze formules kunnen we verbanden makkelijker verwoorden. Een voorbeeld: Je gaat op vakantie waar je een auto wilt huren.
Wat vinden leerlingen van wiskunde?
Veelal is een gebrek aan enthousiasme voor wiskunde merkbaar. Veel leerlingen weten er niet mee om te gaan of ze hebben er zelfs een echte hekel aan. Leerlingen passen vaak formules toe zonder na te denken alleen om maar een antwoord te krijgen. Erg spannend is zoiets niet.
Wat is het vak wiskunde?
Het vak wiskunde heeft als doel het begrijpen en toepassen van wiskundige begrippen en formules binnen een sociaal- (wiskunde A) of een exact (wiskunde B) wetenschappelijke context.
Waarom wiskunde A?
Het vak wiskunde A leert je om wiskunde te koppelen aan de wereld om je heen. Het richt zich dan ook voornamelijk op statistiek en toegepaste analyse. Bij wiskunde A op vwo komt daar ook kansberekening bij. Algebra en berekeningen horen er ook bij, maar een stuk eenvoudiger dan wiskunde B en meer in verhaalvorm.
Kan iedereen wiskunde leren?
Iedereen kan wiskunde. Het is alleen voor sommige leerlingen veel werk. Wiskunde is doen, doen en doen en dat kost sommige leerlingen erg veel tijd.
Hoe moeilijk is wiskunde?
De meeste leerlingen vinden wiskunde vooral moeilijk omdat het abstract is. Het is onzichtbaar, er bestaan eenmaal geen werkelijke wiskundige objecten. Leerlingen die veel visualiseren zullen wiskunde daarom ook moeilijker vinden. Zij kunnen dan niet een goed beeld krijgen en snappen zij het niet.
Hoe kan je wiskunde snappen?
Hoe leer ik wiskunde?
- Wiskunde leer je vooral tijdens de les, dus luister goed naar de uitleg!
- Je leraar geeft vaak handige tips.
- Maak aantekeningen, zodat je de uitleg achteraf nog kunt teruglezen.
- Doe actief mee aan de klassikale oefeningen.
Wat als je niet goed bent in wiskunde?
Ga naar ál je lessen en let ook op Hoewel het overbodig lijkt om op te letten tijdens de les als je er toch niets van snapt, kan dat net de reden voor je lage cijfers zijn. Uiteraard kun je thuis ook oefenen en leren voor wiskunde, maar het wordt dan met elke les die je mist moeilijker.
Wat is moeilijker wiskunde A of B?
Wiskunde A: “Veel statistiek” Algebra en berekeningen horen er ook bij, maar een stuk eenvoudiger dan wiskunde B en meer in verhaalvorm. Ook mag je vaker je trouwe hulp, de grafische rekenmachine, erbij pakken. Er komen meer verhaaltjessommen terug bij wiskunde A en zijn de opgaven meer in context geplaatst.