Welke complicaties kunnen optreden bij intramusculair injecteren?

Welke complicaties kunnen optreden bij intramusculair injecteren?

Een van de mogelijke complicaties is het per ongeluk aanprikken van een bloedvat. Wanneer de medicatie dan toch ingespoten wordt, kan dit direct in het bloedvat terecht komen. In ernstige gevallen leidt dit mogelijk tot shock of coma.

Waarom aspireren bij intramusculair injecteren?

Het terugtrekken van de zuiger van de injectiespuit na injecteren (aspireren) wordt gedaan om te controleren of de injectienaald per ongeluk in een bloedvat zit.

Wat is het risico van te snel injecteren?

Om de werking van de insuline goed te kunnen sturen, is het van belang dat de insuline in het onderhuidse vetweefsel wordt geïnjecteerd (subcutane injectie) en niet in de spier. Als de insuline in een spier wordt geïnjecteerd, kan er ernstige hypoglykemie optreden.

Hoe zet ik een spuitje?

– Steek de naald in één beweging in de huidplooi waarbij u de spuit rechtop houdt. De naald moet helemaal in de huid geprikt worden. – Druk de spuit rustig leeg, inclusief luchtbelletje. – Laat de naald 5 seconden in de huid zitten om te voorkomen dat er vloeistof terug loopt.

Welke toedieningsvorm kent een parenterale toediening?

Parenteralia is een overkoepelende term voor geneesmiddelen of voeding die via injectie of infusie worden toegediend of die worden geïmplanteerd.

Waar moet je opletten bij intramusculair injecteren?

Plaats van injecteren kan zijn:

  • de bil, bovenste buitenste bilkwadrant;
  • het been, middelste derde gedeelte van het bovenbeen aan de buitenzijde;
  • de arm, bovenste derde gedeelte van de bovenarm aan de buitenzijde.

Wat is het gevaar bij een te diep uitgevoerde intramusculaire injectie?

Bij een onkundige injectietechniek kan de injectievloeistof te diep of juist niet diep genoeg geïnjecteerd worden. Dat kan leiden tot weefselschade of onbedoelde subcutane of intramusculaire injecties.

Heeft weefselschade invloed op werking medicijn?

Geneesmiddelgerelateerde factoren. Een extravasaal gelopen geneesmiddel kan op verschillende manieren schade veroorzaken aan het omliggende weefsel, namelijk mechanisch, op basis van farmacologische eigenschappen en op basis van fysisch-chemische eigenschappen.

Wat werkt sneller intramusculair of subcutaan?

Subcutane injecties worden toegediend in het onderhuidse vetweefsel, waar de vloeistof langzaam wordt opgenomen. Intramusculaire injecties gaan direct in het spierweefsel en de vloeistof komt snel in de bloedsomloop.

Waar mag je niet intramusculair injecteren?

Injecteer NOOIT intramusculair:

  • zonder voorbereidende maatregelen bij bekend gebruik van antistolling.
  • in de buurt van grote bloedvaten.
  • in littekenweefsel.
  • op plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.
  • in ledematen met trombose of oedeem.
  • op plaatsen met rode of blauwe verkleuringen.
  • in een geopereerd of te opereren gebied.

Waarom niet wrijven na intramusculaire injectie?

Let op: na het injecteren niet over de injectie plaats wrijven, dit kan blauwe plekken veroorzaken en/of verergeren!

Hoeveel kun je maximaal intramusculair injecteren?

Voor een intramusculaire injectie geldt dat er maximaal vijftien millimeter vloeistof mag worden ingespoten.

Waarom mag je niet wrijven na een injectie?

Waarom niet injecteren?

U kunt beter niet in een spier injecteren omdat dit pijnlijk is. Bovendien wordt de insuline dan sneller opgenomen en dit vergroot de kans op hypo’s, oftewel te lage suikerwaarden in uw bloed. Insuline moet toegediend worden in het onderhuidse vetweefsel.

Gerelateerde berichten