Inhoudsopgave
Wie zet een kunstgebit?
Een kunstgebit ligt los in de mond en valt onder de uitneembare voorzieningen. Er zijn bijna drie miljoen volledige prothese dragers in Nederland. Een prothese kan worden gemaakt door een tandarts, een tandprotheticus of een klinisch prothese technicus (KPT).
Waar is een prothese van gemaakt?
Materiaal van de prothese Volledige protheses worden van acryl (plastic) gemaakt. Partiële protheses kunnen ook geheel van acryl worden gemaakt (plaatprothese). Soms worden ze in een combinatie van acryl (voor de tanden) en metaal (voor het frame) gemaakt.
Wie maakt een gebit?
Een kunstgebit laten maken bij de tandprotheticus Een tandprotheticus is een tandtechnicus die zich heeft gespecialiseerd in het maken van een gebitsprothese, zoals een volledig of gedeeltelijk kunstgebit of een klikgebit. Belangrijk verschil met de tandarts: een tandprotheticus meet alleen een kunstgebit aan.
Hoeveel mensen in Nederland hebben een kunstgebit?
In 1981 had bijna 32 procent van de Nederlanders boven de 15 jaar een dergelijk gebit. In 2004 is dat nog slechts 14 procent. Deze daling is voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Vrouwen (15 procent) hebben iets vaker een volledig kunstgebit dan mannen (13 procent).
Waarom krijg ik geen kunstgebit?
Ernstig verslechterd gebit Bij een groot aantal slechte tanden en kiezen is uw gebit soms niet meer te redden, waardoor deze slechte elementen getrokken moeten worden. Zo wordt voorkomen dat deze elementen de gezonde tanden en kiezen of uw tandvlees verder aantasten.
Hoeveel mensen hebben kunstgebit?
Op grond hiervan kan heel voorzichtig worden gezegd dat in de totale bevolking nu om en nabij 7% volledig edentaat is, dat wil zeggen een volledige prothese draagt en dat zo’n 93% dus (gedeeltelijk) eigen tanden en kiezen heeft.
Hoeveel jonge mensen hebben een kunstgebit?
In die leeftijdsgroep draagt circa 39 procent een volledige prothese. Onder jongeren komt een kunstgebit nog zelden voor.” Bruers vermoedt dat het percentage van 8 procent niet verder zal dalen. Dat komt omdat vooral lager opgeleiden nog steeds ongezond leven.